Polaroids van mijn familie en een zwart gat


Het onstoffelijke in het stoffelijke eren

Mijn tantes vertrekken zo al. Met hun bollig opgestoken haren schuifelen ze over de parkeerplaats en ondanks dat zij klein van stuk zijn, kan ik ze door deze haardracht goed volgen. Ik heb nog 10 seconden om achter hen aan te snellen, voordat ze in de auto stappen. Anders kan ik deze polaroid nooit meer maken. Veertien jaar geleden zag ik mijn vaders familie voor het laatst, “even” bij de trap voor het stadhuis. Mijn aandacht was toen bij de trouwerij van mijn oudste broer, en niet bij de jaren die eraan vooraf waren gegaan, dat ik hen ook al niet had gezien. 
1 Oom ontbrak nu op het toneel; bij dit feest van mijn ouders. Ik zag hem doorschijnen in de pijn in de blik van mijn tante. Zo kwam het, dat ik meermaals opmerkingen over onzichtbare steun zoals “een engel op de schouder” maakte. Hopelijk kon deze compassie mij en mijn streng gereformeerde familie sterker verbinden. Mijn tante keek me meermaals diep in de ogen, en tijdens het praten hielden we elkaars handen zacht vast, zoals dat in Tanzania ook gebruikelijk is. Mijn familie bracht me in mijn hart.
Mijn (wel aanwezige) oom verstond ik echter niet goed. Het dialect creëerde een kloof tussen ons, die we slechts ten dele konden overbruggen door goede wil en oogcontact. Hij maakte tamelijk leuke grappen die ik vibrationeel goed volgde, maar hij raakte ook teleurgesteld dat ik die grappen niet helemaal leek te verstaan en er vaagjes bij lachte. Die vibratie kwam ook door en zorgde ervoor dat we af en toe vast kwamen te staan, met onze gevoelige en eigengereide inborst. Met mijn aangetrouwde tantes had ik dit probleem niet. Zij hadden geen kankerbehandelingen gehad met alle gevolgen van dien; waren fitter en praatten niet binnensmonds. Wat er aan dialect te horen was, dreef geen wig tussen ons in.
Ik voelde me de koning te rijk met mijn herboren familieleden, al hadden zij ook met het verlies van mijn oudste oom te maken gehad. 

Mijn weduwe tante had me laatst zelfs een gedichtje over tijdloosheid en een briefje van 5 euro toegestuurd, bij een felicitatie kaart voor de geboorte van onze dochter Ayisha. Mijn andere tante vertelde meermaals dat ze mijn foto’s op een mobiel gezien had, en dat ze die heel mooi vond. Hierbij keek ze me verwachtingsvol aan, alsof ze zich realiseerde dat ik er meer over vertellen kon maar bij deze gelegenheid niet in de rol van een ongeremde vrouwelijk kunstenaar hoorde te stappen. Wij begrepen elkaar en knikten vriendelijk.
De 5 euro prijkt nog onaangebroken in mijn portemonnee. En bij iedere foto die ik weer maak, hoop ik – naast een hedendaags kunstlievend publiek – ook Tante Gerrie opbouwend te prikkelen in haar bewustzijn.

Als kind had ik bij een familiebezoek een keer “jeetje” gezegd. Mijn inmiddels overleden Ome Jan raakte spoedig over zijn toeren, en was volgens overlevering na het eten in tranen in de tuin, omdat ik volgens zijn leer in de hel zou belanden met mijn spontane gebabbel (dat Jezus verloederen zou).
Hij was destijds psychisch ontvankelijk voor missers, foutjes en pessimisme. Later ontstond er meer wankelheid. Tot de laatste knieval, met een strop om zijn hals. Moge hij rusten in grote vrede. En moge hij de vrede halen uit welke schitterende bron dan ook.

Mede na dit incident uit mijn kindertijd besloten mijn ouders dat hun ‘wetenschappelijke’ opvoeding te zeer afweek en dat het botste om met de kinderen erbij af te spreken. Eerst overleed mijn opa ruim voordat ik het levenslicht zag, toen mijn tante aan een tumor, erna werd een andere tante (die een operatie aan een hersentumor overleefde en nota bene eerst in een gekkenhuis was gezet omdat ze bleef klagen over hoofdpijn) bijna verbannen na e.e.a., hierna overleed mijn oma toen ik 7 jaar was en nu werd de rest van deze familielijn ook buiten mijn bereik gehouden.

Dankjewel Ome Jan, dat je bij me was. Om mij een laatste saluut te brengen. Bij het maken van mijn (misschien wel laatste) foto van mijn vaders familie.

In mijn studententijd maakte ik ook een foto van 2 tantes, tijdens een project over mijn Veluwse religieuze boerenfamilie. Streng, wat is streng? Ik vind die rokken en jasjes eerlijk gezegd zachter en stijlvoller dan de gemiddelde vrouwenoutfit in Nederland. Straks raken de plooien en kousen nog in de mode; het zou me niet verbazen.
Volgens mij is het eerder sober, eenvoudig en van tierlantijntjes ontdaan. En een beetje zwart wit, dat wel. Vooral in vergelijking tot waar God in andere culturen spectaculair in alle kleuren van de regenboog of middels miljoenen mozaïekstukjes gekoppeld in een koepel, geëerd wordt. 

Volgens mij is God voorbij kleur en voorbij zwart wit. Voorbij het kleurenspectrum wat de aarde zo aanlokkelijk voor mensen ogen maakt. En ook voorbij stroming of geloof. Dus ik ben 1 met mijn familie, no matter what en zolang ik wil. Ome Jan is nog steeds mijn oom. Want mijn wereld staat toch geregeld op de kop.

Evert was al 57 jaar getrouwd. Ik keek bij het feest vooruit naar hoe hij de 60 jaar kon vieren met zijn vrouw. Hij twijfelde hardop of hij dat jubileum halen zou. De kanker zit hem in de weg en medische behandelingen zorgen voor een zwakke weerstand. Ik schrok ervan hoe direct hij me dit mededeelde, alsof hij de dood al in de verte zag naderen. Mijn dappere oom, die met kruidenmengsels en een natuurlijk dieet zoveel voor zijn gezondheid had betekend, sinds het begin van de diagnose. Ik volgde die verhalen vanaf de zijlijn via mijn ouders. Het leek erop dat hij de chemo’s niet trok.

Toen ik vlot aan kwam gescharreld voor mijn 1 na laatste polaroid foto van het pakje (de allerlaatste zou van Ome Erik en Tante Ria van mijn moeders zijde zijn), stonden mijn tantes al bijna klaar om in te stappen. Nog een foto vonden zij wel leuk, maar Evert zat al achter het stuur en hij moest erbij vonden ze. Of ik dat ook vond? Ja hoor. Zij plukten hem vriendelijk uit de auto. Ik navigeerde intuïtief mee tijdens het fotograferen. Het was fijn om nog een keer rustig gedag te zeggen, met de camera als bindmiddel.

‘s Avonds laat, rond middernacht, bekeek ik de resultaten van de foto’s. Het grootste deel komt in een speciaal ontworpen jubileum plakboek voor mijn ouders. De extra foto van mijn tantes was voor mijzelf – mijn innerlijk kind. Dus ik zat te popelen om die ene foto te zien. Ik had immers mijn familie terug gevonden. Een grote happening voor een artistieke emphaat zoals ik. 

In die vondst zat ook een zwart gat besloten, waar ik even niet op gerekend had. 1 Bijzonder iemand, mijn laatste bloed-oom van die zijde, bleek van de foto te zijn gevaagd. Een gouden vlek had zich meester gemaakt over zijn plek, wat een chemische fout in de foto leek te zijn. Of een wonder. Of een vooruitziende energie. Dus ik heb dat weekend direct doorgepakt, met het besef van eindigheid tot in mijn tenen, wat me op de hielen zat.
En heb op zondagochtend een paar polaroids in een nieuwbouwwijk in onze stad gemaakt, waar we toevallig op bezoek waren met onze jongste 2 dochters. De dreumes houdt van stampen in de plassen, stenen verzamelen en ontdekken in het groen. Ze vond bewegingsvrijheid tussen de nog onaangelegde speeltuin en braakliggende perken door. Ik volgde haar en verkende het terrein door haar ogen. Of is het mijn nieuwsgierige blik, die zich in haar heeft voortgezet?

‘Toevallig’ ontstond er zo een drieluik, tussen een gouden jubileum in een oude boerderij, en een wandeling in een wijk tussen bouwhekken, een te restaureren voormalig ziekenhuis met zwarte gaten en reeds ontsproten woonhuizen door.

Dit vlotte drieluik – dat binnen 16 uur verrees – deed me denken aan Paul Kooiker, die me de eerste tijd van mijn jaar aan de Rietveld Academie soms grappend vroeg of ik niet stiekem mijn ‘best of’ zwart wit foto’s van afgelopen 2 jaar uit de kast had getrokken voor de klassikale besprekingen, in plaats van dat ik mijn werk van de laatste week toonde. Deze kakelversheid heb ik van mijn boerenfamilie. Deze ‘conservatieve’ tak heeft als voordeel dat het van nature ‘harde’ werkers zijn met een groot gemeenschapsgevoel. Dat heeft zich op progressieve en spirituele wijze voortgezet. Als het moet buig ik me teder over de kunst en feminiene waarden, waar het qua waardering in deze samenleving en in deze tijd geregeld aan ontbreekt. De tijdloze schoonheid gaat niet mij voorbij!

Voor altijd de uwe.
En haasje repje met camera naar de Veluwe, voordat …
Want ignorance vormt naast een blinde vlek voor het mystieke van het bestaan ook een excuus om minder liefde binnen te laten komen. Waar de angst voor oprechte verbinding regeert, is waar de levensenergie stagneert. Zo leven sommigen als een schim van zichzelf of hun potentie.
Ik wil juist buiten mijn oevers en comfort zone treden en mij warmen aan uitgestrekte onverwachte krachten. Ook binnen Nederland en met mijn familie. Van binnenwereld tot buitenland. Waarbij ik stukjes, delen en mensen in Nederland op dermate ontvankelijke wijze laat zien, dat het de beeldvorming, perceptie of het ontwerp van ons aangelegde land kan verschuiven.

Breng het wereldse naar binnen en de ziel naar buiten, over opgelegde grenzen heen. Migratie is tweerichtingsverkeer en niet altijd stoffelijk van aard. Eerst moet men van binnen groots willen leven en de angst voor de dood en de ander overwinnen, of beter: koesteren.

Het reizen in de geest, is voor ons allen een geschenk.


Overheid met vleugels

Ik heb mijn halve leven met het gevoel rondgelopen, dat het aan mij te wijten was dat ik en mijn broers mijn vaders familie amper meer zagen. Tel daarbij op dat ik ook nog eens ruim 30 jaar een geheim te verbergen had voor mijn moeders familie, waardoor ik me een outcast voelde, en dan begrijpt men vast eerder hoe ik makkelijk in contact kwam met migranten en mensen die de regels van hun sociale groep ontgroeiden. Tussen de klokkenluiders, mensen met uitgeslagen vleugels en bannelingen voelde ik me aardig welkom en thuis.

Mijn internationale oriëntatie is vanuit mijn ouderlijk huis niet altijd van harte gesteund geweest. Ik voelde me geregeld een avontuurlijke lastpak in plaats van een gedragen pionier. Ik week af van de ongeschreven regel om aan de norm te voldoen en hiermee een stabiel inkomen en vast contract te genereren. Maar door mijn geloof in God heb ik mij altijd gesteund, ingefluisterd, aangemoedigd en gedragen gevoeld door grotere, onzichtbare krachten, die voorbij gingen aan de veiligheid van een vast contract.

Toch duurde het tot de dag van vandaag dat ik me definitief los durf te maken van andermans normen en conventies, op de bühne kan stappen en in het licht mag treden van mijzelf. Ik ben hierin niet meer te stoppen. Het is te laat. Ik ben vrij. Iedere partij die mij hierin angstiger tracht te laten bewegen, wordt live onderdeel van een kunstproject of vragenvuur. Ik ga door en heb dit in volle focus te doen, om ook mijn dochters te laten zien hoe je geld kan investeren/ontvangen/delen/laten groeien met het volgen van je hart.

Ironisch genoeg verdien ik meer en presteer ik beter, wanneer ik sceptici loslaat en me volledig wijd aan mijn pad. Wie zich in de kunstwereld laat belemmeren door de negatieve of harde conditionering van anderen, graaft het eigen graf. Deze wetenschap zou iedere kunststudent meegegeven moeten worden, waarbij een meditatie- of intentiebijeenkomst met vrije inloop in de ochtend, niet zou misstaan in het academiegebouw.

Geen management les kan jongeren de moed aan laten boren, die benodigd is voor het lopen van een authentiek pad. Die ervaring heb ik althans als dochter van een voormalig directeur, die zeer betrokken is geweest bij zijn kinderen met zijn visie. Onderdeel van deze visie was echter ook, dat je het zelf moest uitzoeken en willen. Zelf vallen en opstaan.

In deze conservatief-innovatieve milde rechterflank ben ik opgegroeid, maar dit heb ik nimmer als kil of harteloos ervaren; eerder als een die hard mentaliteit. Van opgeven mocht geen sprake zijn, dat was voor makke SP-ers die ten prooi zouden vallen aan de grijpgrage handen van de overheid, met bureaucratische regels en machinerie. In de rechterflank heb je zakenpartners en vrienden nodig, en eigen kracht. Toch kwam ik hier met mijn zachte, invoelende en sociale inborst niet tussen. Mijn feminiene logica botste jarenlang met deze zakelijke cultuur. Maar je kan de regels, je samenleving en je clan zelf veranderen, als je wilt. We mogen vooruit en af van ideeën als links of rechts; fout en goed.

Ik voelde mij het meest thuis bij partijprogramma’s van vrouwen zoals Sylvana Simons en Marianne Thieme. Maar heb moeite met de wijze waarop Simons soms getriggerd leek te worden en van een slachtofferrol in een heldenrol dook. Waardoor ze kansen liet liggen om open en constructief samen te werken. Of bewonderde ik haar ferme optreden en ben ik zelf bang om afgewezen te worden tussen oud geld, met een vernieuwende aanpak?
Mensen hebben elkaar nodig. Dat gaat voorbij klasse, rang of stand. Een collectief bewustzijn zou ook bij politici door mogen dringen, i.p.v. dat zij bijdragen aan meer vijandigheid en versplintering, omwille van het eigen belang. Coalitie partijen hebben overeenkomstig dat zij niet beschikken over het volledige gelijk en wel beogen of pretenderen om groots met macht te spelen. De overheid zou als doel mogen hebben om nóg groter vanuit transparantie te denken.

Liefst zou ik stemmen op een heksenpartij. Een medemenselijke, bekwame, spirituele en natuurlijke partij, die de ultieme blinde vlek van onze westerse samenleving aan de kaak stelt: een gebrek aan oercultuur waarmee we ook internationaal vanuit diepere ecologische, spirituele of wetenschappelijke waarden kunne communiceren. Het kapitalisme heeft de hekserij verbannen, maar haar krachten zijn niet uitgedoofd. Deze hebben rustig gewacht in de baarmoeder van vele vrouwen, om zodra het nodig is alsnog in een 2.0 versie de vleugels uit te slaan.

De angst voor boze heksen mag op de brandstapel; niet de vele warme vrouwen en mannen die hun geliefden of gezinnen liefst helpen met helende woorden, warme dranken en gezonde spijzen, recht uit de natuur, tuin en hart. Dan zal er van binnen uit meer verbinding ontstaan met natuurlijke culturele gebruiken, achtergronden en bronnen uit andere landen. Met oog voor wederzijdse behoeften kan de energie doorstromen en bij geforceerd wensdenken of het idealiseren van de wederpartij zonder wezenlijk contact, stagneert het. Zo lijken geïndustrialiseerde landen uitbuiting acceptabel te vinden, omdat het beter is dan onbetaalde slavernij, bijvoorbeeld. Het morele bewustzijn groeit in langzamer tempo dan de welvaart en de technologie.

Er ontbreekt een culturele gronding in het economische Nederland. Om met de mentaliteit van een ‘bankier’ om te gaan met de rijkdom van onze planeet. En de overvloed aan gewassen en wateren als uiterst kostbaar te beschouwen en behandelen, waardoor alle partijen de handen ineen moeten slaan, met vallen en opstaan. Wilders moet toch ook te eten hebben, of staat zijn schaduwkant buiten de cyclus van mens, dier en natuur? Migratie kan ook open in ABN ter sprake gebracht worden, zonder mensen op hun wezen aan te hoeven vallen.

De zwakte en onvoorspelbaarheid van mensen op de vlucht, stelt bij velen de eigen innerlijke wankelheid op de proef. Motieven kunnen kneedbaar zijn om het hoofd boven water te houden en met je levensverhaal op een IND formulier te passen. Nieuwe migranten kunnen inwoners van het laag gelegen en dikbevolkte Nederlandse landschap ook confronteren met hun mogelijk kwetsbare toekomstige lot. Ook Nederlanders moeten hun biezen pakken allicht. Zo kan Wilders zijn “minder-minder-Marokkanen” uitspraak bijna Freudiaans worden bezien; als een waarschuwing dat diverse partijen niet goed samenwerken, zodra het water ons allemaal aan de lippen staat.
 
Er is geen tweesplitsing. Er is alleen een gespletenheid in onszelf. Pas dan komen we los van de slavernij en het geweld, wanneer we onszelf onder ogen komen als kwetsbaar onderdeel van de natuur. Deze geweldige feitelijke situatie kan mensen van een machtsstrijd ontdoen. Er is geen uiteindelijke controle en zelfs met geweld kan je geen doel bereiken, zodra je een collectief belang beoogt en intentioneel vanuit sociale waarden meebeweegt. Het hoogste doel is ons mensen anno 2023 klaarblijkelijk nog onbekend (of onbemind), gezien de roofbouw op deze planeet. Je kan je ontvankelijk opstellen om je te verbinden met je diepere bewustzijn en verlangens integreren in je dagelijkse structuren. Een hoger bewustzijn is geen extern plan maar een intern commitment tot overgave. Van daaruit heb je toegang tot meer of betere wegen, partijen of keuzes. Zo ben je altijd vrij, of je nu een concentratiekamp hebt overleefd of al spelende werkt als kunstenaar in een kant-en-klaar massaconsumptiecultuur.

Eventuele ongemakken zullen kleiner zijn, dan de pijn om gevoelloos en je hiervan onbewust te zijn. Ware onschuld is niet onwetend zijn of doen alsof jij er niet bij was of geen invloed op had. Ware onschuld is om je te realiseren welk onderdeel jij uitmaakt van grootse machten, voorbij de illusie van de macht der controle. Vergeef, op weg naar nieuwe horizonten. Met herschreven regels die passen bij de geest des tijds.

Sylvana en Marianne hebben het bijltje als lijsttreksters erbij neergelegd. Hielden zij het niet vol om op te boksen tegen de calvinistische inslag van het politieke bestel? Vanuit christelijke tradities en later het kapitalisme wordt een rationele politiek met huishoudboekjes toegepast… in het verleden om zonden en deugden, en in het heden om schulden en winsten statistisch bij te houden. Als een nawee van een voormalige aristocratie met hard werkend en onbespottelijk gedrag. De bio-industrie is boekhoudkundig gezien een succes.

Innoverende politici kunnen niet 1 ‘worden’ door te concurreren met systeemgericht heldengedrag. Je bent 1 of niet. Wie bepaalt de voorwaarden voor eenheid? I am unity… on my terms? Waar houdt die eenheid dan op, bij de belangen van de ander? Hoe kan ik leren om meer eenheid toe te staan? Wat kan ik loslaten of staat mij in de weg? Het idee dat ik beter moet zijn dan een ander, vind ik een straf. Ik droom ervan dat we allemaal groeien, op onze eigen manier. Leren wij kinderen af om te geloven in het te gekke van elkaar? Werkt veroordeling van elkaars unieke kanten geldingsdrang juist in de hand?

Een transformerende strategie is om andermans stappen emotioneel te vieren – al is het een miniscuul succes (zoals een ontsnapt kalf dat gered is). En je eigen leven transparant te vieren, in lijn met het gehele leven. Om de angel eruit te halen; dat de mens afgescheiden en gevierendeeld zou zijn, middels diverse politieke partijen of innerlijk verdeelde stemmen. Het is immers tegenstrijdig om wel te geloven in jezelf en niet in de ander, gezien we uit dezelfde soort geest en hetzelfde bloed bestaan, maar met een andere kleur, stempel, stroming of naam. Met dit vertrouwen kan kritiek wederkerig worden gedeeld. Er komt ruimte om gezonde woede of frustratie te ventileren. En elkaars blijdschap of angst een geborgen plek te bieden.

Het conflict in Israel is in mijn ogen een uitvergroting van botsende sociale codes en innerlijke strijdpunten wereldwijd. We hoeven geen begrip voor geweld op te brengen, maar kunnen de menselijke faalbaarheid en onzekerheid t.ov. van ‘het onbekende’ begrijpen, die vaak achter afweermechanismen ten grondslag ligt. Het grote militaire budget van de kleine staat Israel is daar een voorbeeld van.

Is het paradijs aan de boeren en veetelers toebedeeld, die over vruchtbare lappen grond beschikken? Van buitenaf lijkt de gereformeerde kliek waar mijn familie toe behoort al gauw op een benauwend systeem. Van binnen uit bezien lijken deze gemeenschappen echter een brug te slaan tussen een kapitalistisch burgerbestaan en een moreel gedreven warm bad, waarin de onzichtbare natuur van God als voortstuwende kracht wordt beschouwd. Ik beschik over de vrije keuze om mij ondanks verschillen één te voelen met mijn familie; mijn vermogens en blinde vlekken. Mijn familie laat mij reizen in de geest en dwingt me om eerbiedig te zijn. Mijn vader leeft nog en verkeert in goede gezondheid met mijn moeder, al heeft hij zich grotendeels afgesplitst van zijn roots.
Maar de last van de zonde, laat ik zachtjes van mijn schouders glijden. Het idee dat een wetenschappelijke opvoeding neutraler zou zijn dan een religieuze, laat ik over aan de wijzen cq goden bij het Ministerie van Diversiteit.

Zo laat ik een aangeleerd schuldgevoel achter me, dat ik als modern ontwikkelde vrouw meer privileges zou hebben dan een burger met een oudtestamentisch geloof – inclusief wantrouwen naar andersdenkenden. En nestel ik me in het sprookje dat liefde heet, om het te delen. Wat zou het, dat sommigen overgave als onrealistisch bestempelen en mij stoerder zouden vinden zodra ik gehard op de bühne vrijheid voor allen opeisen zou, i.p.v. verstild de hand van mijn lieve tante vast te houden. Anders voel ik me ontheemd en van een diepere bron ontdaan. Het is geen pleasing mechanisme of loyaliteitsconflict maar feminien activisme: een klare roep tot verbinding. Voor wie het zachte horen kan: we are family… (AH!)


Soms komen er gouden vlekken en lichtfenomenen op mijn pad en in mijn fotowerk, die onverklaarbaar zijn en op mij een onuitwisbare indruk achterlaten. Ik leer mensen voor mijn camera nader kennen, nadat ik de gehechtheid aan hun persoonlijkheid, met labels als leuk en duister, losgelaten heb. Mijn foto vormt een echo van die open wisselwerking en is daarnaast gemaakt in lijn met de gedachte, dat het leven onzichtbare fenomenen in zich verankert, die mensen kunnen verwonderen en optillen.


Love,

Mathilde Jansen
29 Augustus 2023
Deventer

Comments are closed.