Ingekorte tekst t.b.v. expositie of voice-over film fragmenten
Images: projects Reconciling Landscapes and Mothership
Het was een dag als alle anderen. Ogenschijnlijk. Vandaag brak mijn verleden los van het heden en mijn toekomst. Hij verscheen in het troebele water bij een natuurgebied in Apeldoorn, waar ik een analoge landschapsfoto maakte om deze met inkt te bewerken. Hij staarde naar me, vanaf de bodem die onaantastbaar leek voor mijn winterse tenue en cameratas. Zou ik wegens de oerdriften van mijn zwangerschap, als een gek te water gaan? Zijn blik werd verduisterd door de wind die rimpels in het wateroppervlak deed opsteken. Exact dit landschap bood mij eerder deze week helder water, dat ik hoopvol aanschouwen mocht om een stukje van mijn familiegeschiedenis eer aan te doen, nabij het verzorgingstehuis waar mijn oma overleden is.
De reflectie van de hoge bomen vormde een verlengstuk van de verbondenheid van generaties, die vaak minstens twee eeuwen doorkruist, omspant, bijeenhoudt, overstijgt en soms van elkaar los laat knappen. In dit geval leek de reflectie op een zinkgat, waar je enerzijds niet in vallen wil en tegelijk gebiologeerd en geestelijk verheven door kan raken. Wat als je er blindelings in springt, vrijwillig overgeleverd aan een onbekende dood of herrijzenis? In de mythologie trokken zwangere vrouwen geregeld de aarde in om via hun bevalling krachten van de aarde te ontlokken. Mannen vlogen vaker in de lucht, om duistere krachten te ontmantelen in hun strijd om rechtvaardigheid of macht.
Er dook plots een blauw stuk lucht op achter een van de hoge bomen rechts op de oever, wat toevallig de hoogste boom was. Of leek dat zo, door het contrast tussen de grijze wolken en het doorbrekende licht?
Vanuit het water en de lucht werd er simultaan een verbinding gelegd tussen ons. Zijn energie was zichtbaar en voelbaar in korte lichtflikkeringen van de zon. Hij was in staat om waarheid van leugen te onderscheiden. Het landschap weerspiegelde een opgetogen welwillendheid en kleurrijke geest. Voor het eerst zag ik hem als een frivole en eerlijke man, die ik langer dan een seconde recht aan durfde te kijken. Hij liet zich niet lang zien en vloog alweer weg.
Had ik hem ooit gekend?
Gelegen onder het majestueuze gewicht van deze gespleten persoonlijkheid, werd ik mij voor het eerst gewaar wat het betekent, om met de dood geconfronteerd te worden. Terwijl deze zich als een schimmel heeft voortgeplant in een nog levend persoon of familielid, die het op jou heeft gemunt en je besmet met zijn naoorlogse woede, verdriet en intern opgekropte verlangens.
In feite is deze dood niet angstaanjagend, daar is zij te dof en dor voor. Maar zij zuigt langzaam het leven uit je aderen, zodat je als verlamd achterblijft. Via mijn zachtheid kon hij even ontsnappen aan de in zijn leven geprogrammeerde zwaarte.
Hij pakte mij in mijn onschuld, nog voordat ik ontloken was of kon behappen wat er precies plaatsvond; totaal overrompeld. Een tien- of elfjarige kan geen losgebroken stier temmen. Laat staan dat ik mijzelf fysiek of mondeling verdedigen kon als gelijke. Ik was seksueel geroerd door een lijk of schim; iemand die zijn pijn noch vreugde toeliet. En weet niet of ik had moeten praten met een psycholoog, agent, healer en/of lijkschouwer. Het ontrafelen van dit mysterie is een taak waar je pas na jaren de fijne lijnen van mag aanschouwen, en dan openbaart zich tegelijk ook de schoonheid van de menselijke geest. Met die verfijnde spirit, kan je je ten dienste stellen van de maatschappij. Op eigen kracht en niet omdat iets of iemand je onderdrukt of overheerst.
Ik zou zijn botten uit de aarde kunnen halen en kunnen opstellen als een karkas. Om hem aan te kleden met pak, hoed en wandelstok. Of te laten vliegen als een uitgestorven prehistorisch dier; een geest op de vlucht voor het verleden. En vervolgens een pittig en openhartig gesprek met hem over schaduw, licht en pijn te voeren. Over mijn recht om mijzelf te mogen beschermen met terugwerkende kracht, zolang niemand anders dat eerder deed, te zeer zelf in angst, netheid of belangen van weleer verscholen.
Ik zou zijn rechter armbot kunnen breken of even laten kraken, indien er geen excuses komt. Of met mijn nagels een kruisje in de harde laag kerven. En hem terugwerpen in zijn graf, met wit zand van vrede eroverheen. Erna zou ik de prachtigste bloemen zaaien op een toplaag van vruchtbare aarde, om zijn tweede begrafenis te zegenen, maar dan wel na de mogelijkheid om 1 been- of armbot te mogen aanraken of laten kraken. Zodat zijn getekende, dode bot daar onder een bloemenbed ligt, als bewijsmateriaal van ons tere en breekbare gedeelde lot.
Deze benige geschriften van het verleden kunnen toekomstige generaties iets vertellen over oorlogen, machtsverhoudingen, zwijgcultuur en nieuwe structuren en opgedane lessen voor meer transparantie, in onze tijd.
Niets of niemand houdt mij nog tegen. Want ik ken de korte houdbaarheidsdatum van leugens en kijk er derhalve niet meer naar om. Liever kijk ik naar zijn sprankje hoop of diepere verlangen om het ooit beter te doen of scheve zaken recht te zetten. En geef water aan die nog wankele maar bestendige waarheid, die ik als vers geplant fenomeen toelaat in mij.
Ik vind het een troostende gedachte dat we niet alleen in onze pijn maar ook onze hoop – hoe ijl ook – door de eeuwen en opgetelde levens heen verbonden zijn.
Deze moord bedoel ik als een spreekwoordelijk afscheid van een schim, om hem – zij het als overledene of geest en ook getransformeerd in mij – als volledig mens te laten ontstaan.
Zo kan ik in het nu reizen en me op een oneindige golf in een zich uitstrekkend, uitrollend landschap begeven. Soms hunker ik naar het vallen in een verkoelend gat in de aarde of het eigenwijze lopen tegen of door een grens of wand.
De schaduw is een kracht die in ons allen schuil kan gaan. Zij bevat onder invloed van licht unieke en subtiele kleurschakeringen waar ik me als kunstfotograaf rijkelijk door laat inspireren. Zonder zonnen zou het duister uitdoven en schuilen in sferen die dit ineengekrompen platte dubbeltje nog een kruimel toewerpen. Het brave imago van liefde is de meest geloofde illusie van deze tijd. Zij geeft zich dapper en schaamteloos over aan de vliegende diepten van een immens uitdijende zee.
In spirit,
Mathilde Jansen