Schetsbeeld 2024: Fotokopie met potlood bewerkt, van het ouderlijk huis uit het dagboek van Aartje Lok-van Vliet, Korteraar/Ter Aar, Zuid-Holland
Hoe kan ik bewust teruggeven aan het land en regeneratie processen steunen – in tegenstelling tot hoe koloniale sporen en een nazi-regime mijn grootouders en mij aanspoorden om te verbinden met ontgonnen grond t.b.v. eenzijdige belangen en controle over andere levenden? Kan ik mijzelf via wondere perspectieven verder losmaken van een ‘wegwerp’ consumentencultuur, die mijn leefomgeving geïnfiltreerd heeft? Kan ik deze nieuwe verbinding integreren in mijn werk als kunstfotograaf, dat reële mini-wonderen belichaamt?
Hoe verhoud ik me tot het gecultiveerde en ontgonnen landschap van mijn voorouder, als moeder met 3 kinderen? Tijdens mijn voorbereidingen voor een nieuw gepland project, stuitte ik op interessante verbanden.
Tijdens mijn studie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten Den Haag had ik mijn oma een blanco boek gegeven, om haar verhalen uit onder meer WO2 in te delen. Als kunststudent begon ik levensverhalen op waarde te schatten. Het is nooit te laat om een schrijfboek cadeau te geven. Het boek raakte in de vergetelheid, en omdat mijn oma zelf ook veel vergat viel dat niet op. Na haar overlijden eind 2021 werd dit in een kast gevonden, voorzien van illustrerende foto’s, tekeningen en een introductie gericht aan mij. Zo werd ik ongevraagd de hoeder van het dagboek van mijn oma. Een antieke droom, omdat ik dicht bij de bron zit en haar verhaal ook mijn ontwikkeling en leefomgeving raakt.
Mijn oma kwam te overlijden terwijl mijn tweede dochter 5 weken ervoor geboren was en ik nog van de hormonale fase van mijn kraamtijd genoot. Ik bevond mij op een andere planeet en kon voor mijn gevoel innerlijk contact maken met een stervende.
Zij ving voor het eerst een glimp van Rosalia’s geluiden of gestalte op, met haar ogen dicht en op een kier, op haar sterfbed. Ik nam afscheid van haar met mijn baby aan de borst, uitkijkend op het portretje van haar 2e kindje Dickie die na enkele maanden overleed. Ik kwam ook met de boodschap dat ik zaken heb geleerd en mijn weg in het leven ga, nadat er e.e.a. heeft plaatsgevonden in ons leven dat me moediger heeft gemaakt en de noodzaak van loslaten heeft getoond. Ik gaf groen licht voor haar vertrek uit deze wereld met soms belastende zaken en verwikkelingen. Dit afscheid vormde voor mij een momentum waarbij ik me verzoende met wat achter me lag en koos om het nieuwe leven door te geven. De beste keuzes bestendig je iedere dag, geboorte of keer weer vanuit een ander licht.
Terwijl ik meditatieve muziek speelde kwamen werelden van leven en dood samen. Temeer mijn baby sterke gelijkenis vertoonde met Dickie; alsof ik haar baby in mijn armen droeg, voor ze naar de overkant ging. Ik maakte foto’s van mijn baby met het portretje erachter, om later op terug te kunnen kijken. Was ik bang dat deze overeenkomst een oxytocine-hallucinatie betrof vanaf mijn hormonale planeet? Er is relatief weinig bekend over de ruimte-en-tijd-overspannende inzichten van (kraam)vrouwen. Zou men het eerder vanuit medeleven om mijn vergeten lot als vrouw beamen, dan oprechte instemming?
In hoeverre wordt het uiterlijk van een kind of mens en diens identiteit überhaupt bepaald aan de hand van kneedbare emotionele factoren?
Wie heeft er wel eens een pas bevallen moeder zien schuifelen door de straat en uit bewondering voor levenscycli het tempo gedurende die dag zelf ook bewust afgeremd, met oog voor een andere partij, misschien wel jong, oud of kwetsbaar? En daarmee het leven van een verwaarloosde puppy gered of een pleister op de kniewond van een kind geplakt, die daarmee vol vertrouwen in medemenselijkheid de rest van de dag open tegemoet trad?
Ik laat de foto hier niet zien, maar je moet me geloven: ik kreeg er kippenvel van.
De taboe omtrent wiegendood wordt in mijn oma’s dagboek beschreven. De kerk gedoogde haar tranen, ook omdat het niet anders kon (anders had zij waarschijnlijk een inzinking gekregen temidden van een dienst), maar bood geen luisterend oor of steun. Een teleurstelling voor een trouwe kerkganger. Die opgelegde sociale stilte intrigeert mij, gezien ik in meditaties juist een vrije stilte ervaar.
Het overlijden van een kind slaat een gat of familiewond in minimaal 2 generaties (mijn moeder was 1 jaar oud toen haar ouders rouwden) en vormt tegelijk een opening naar een geestelijke wereld. Mijn oma geloofde dat zij haar zoon na haar dood zou ‘heenzien’.
De wisselwerking tussen fysieke en metafysische krachten, met een onzichtbare navelstreng die nooit los is geraakt – wil ik verbeelden in een foto, in een krater als decor. Aangezien ons land vrijwel geheel vlakgeveegd is wil ik voor een fotoshoot uitwijken naar het land art kunstwerk Hemels Gewelf (Kijkduin) van James Turrell. Een geluk bij een ongeluk.
Het dagboek verhaalt over zoveel meer dan de levensvreugde en pijn van een vrouw, aan wie ik verwant ben. Het verhaalt over een groter ecosysteem en de natuur, waar we als mens toe behoren. Met jaloersmakende vanzelfsprekendheid rept mijn oma over (destijds) biologische tuinbouw, handgekolfde boerenmelk van weidekoeien en de ruimte om je in de natuur te verschuilen, als het moet. Wat als hier de pleures uitbreekt, waar moet ik heen met mijn gezin om eten te sprokkelen; de kastanjeboom in het plantsoen?
(Gelukkig woon ik bij volksmoestuinen en een jong voedselbos. Deze liggen naast een drukke provinciale weg met uitstoot en op lager gelegen grond die – bij nood – vanuit de IJssel zou kunnen overstromen, en is bovendien omzoomd met een geul die verontreinigd rioolwater op moet vangen, in het geval van overstort. Dit is illustratief voor hoe wij met een natuurlijke (nood)voedselvoorziening in een wijk omgaan.)
In het dagboek van mijn oma speelt WO2 een belangrijke rol. Hier vertelde ze bij leven echter zo summier over, dat ik me afvraag of ik mijn grootouders daadwerkelijk gekend heb, met al hun teerheid en kracht. Werden haar herinneringen overschaduwd door mijn opa’s dienst in Nederlands-Indië, armoede of het verlies van een kind? Ik wist wel dat zij een taaie was, als werkende moeder van vijf kinderen (plus 1 babyziel), maar na het lezen van haar dagboek besef ik beter welke uitdagingen onze grootouders hebben doorstaan. En hoe de natuur hen overal doorheen sleepte, zonder te vragen aan welke kant van de oorlog zij stonden.
In deze tijd van politieke onrust, voel ik de noodzaak om verleden en heden samen te brengen en met oog op de toekomst een nieuwe (natuurlijke) wereld te verbeelden, waarin de natuur van de voorouder zich herstelt en evolueert op een wijze die (ook) mijn kinderen zou kunnen voeden. En er een verbeeldingsrijke diepere psychologische samenwerking met de aarde ontstaat.
“Maar vernieuwing wordt onmogelijk als we menen dat dingen bestendig zijn die dat niet zijn – veiligheid, bijvoorbeeld, of geld, of macht. Dan klampen we ons vast aan hersenschimmen, zodat we alleen maar bedrogen kunnen uitkomen en al onze hoop – en elke kans – op vrijheid in rook opgaat.”
James Baldwin, Niet door water maar door vuur, p. 143, Uitgeverij De Geus 2020 (oorspronkelijke titel The Fire Next Time, 1962)
Deze quote van Baldwin herinnert ons eraan dat we in een illusionaire wereld leven. Grappig genoeg geeft het mij hoop om te zien dat Trump zelf fake is; een bespiegeling of vibratie die op den duur niet stand zal houden. En dat de boosheid van de BBB misschien dan wel terecht is, maar uiteindelijk het gesprek over de kwetsbaarheid van boeren en ondernemers in een veranderend ecologisch en economisch landschap moet gaan. Wederkerigheid gaat niet alleen over de relatie tussen boer en zijn land, maar ook over de relatie tussen overheid, burgers en boeren. Alle schakels in de keten zijn verbonden.
Als kunstfotograaf verbeeld ik onder meer realiteiten die we niet met het blote oog waarnemen. Normaliter ben ik hierbij gericht op het landschap of de samenleving van nu en de toekomst. Maar om momenteel verder te komen in een kapitalistische maatschappij, is morele reflectie noodzaak. We kunnen niet om de impact van gemaakte fouten en oorlogen heen. Niet alleen mensen zijn het slachtoffer (geweest) van slachtpartijen; ook de natuur is uitgebuit, besmuikt, verworpen en ingezet voor propaganda-doeleinden. Nog steeds is de mensheid in een strijd verwikkeld met grondstoffen; we zijn bang dat het opraakt, dus we plunderen het voordat het zover is (en de ander de buit krijgt). De angst regeert en Moeder Aarde lijkt als enige in staat om ons onze gemoedsrust weer terug te geven.
C.G. Jung zag (geïnspireerd door inheemse culturen die hem voor waren) een glansrijke rol voor onder meer keien, takken en vogels – als symbolen van een hogere wereld – weggelegd. Als spirituele vrouw en moeder voel ik mij thuis in deze gelaagde tussenwereld. Als ouder breekt het zweet je soms uit, zonder strohalm vanuit een metafysische wereld, waar je je aan vast kan houden met je kroost. Dat ik zekerheid zoek in een werkelijkheid die vloeibaar en dynamisch is deert mij niet, zolang de energie doorstroomt en ik een frisse wind voel ruisen in mijn lijf. Ik leef bij voorkeur in het moment, wat het meest tijdloos aanvoelt en mij waarlijk met mijn kinderen verbindt.
“As scientific understanding has grown, so our world has become dehumanized. Man feels himself isolated in the cosmos, because he is no longer involved in nature and has lost his emotional “unconscious identity” with natural phenomena. These have slowly lost their symbolic implications. … No river contains a spirit, no tree is the life principle of a man … No voices now speak to man from stones … His contact with nature has gone, and with it has gone the profound emotional energy that this symbolic connection supplied.
This enormous loss is compensated for by the symbols of our dreams. They bring up our original nature – its instincts and peculiar thinking. Unfortunately, however, they express their contents in the language of nature, which is strange and incomprehensible to us. It therefore confronts us with the task of translating it into the rational words and concepts of modern speech, which has liberated itself from its primitive encumbrances – notably from its mystical participation participation with the things it describes.
Nowadays, when we talk of ghosts and other numinous figures, we are no longer conjuring them up. The power as well as the glory is drained out of such once-potent words.”
C.G. Jung, Man and his symbols (p. 85-86), Dell Publishing 1968
Bij de relatie met het land van de voorouder zou ik liefst denken aan vereerde kruidenvrouwen, die stammen hielpen om plagen te bestrijden en onheil met dappere affirmaties af te wenden. Helaas vormden heksen een bestreden inheemse minderheid, die ook (nog grotere) gruwelijkheden naar uitheemse bevolkingsgroepen doet vermoeden. In de vorming van de Nederlandse identiteit speelt het arische ras, dat andere groepen aan zich onderwerpt, een dominante rol.
Is westerse dominantie rijp voor transformatie?
Het arische ras zou wit en blond zijn en van oudsher Centraal-Aziatische stammen hebben gedomineerd. Dit is echter een verzinsel. De term ‘arisch’ betreft van origine een specifieke prehistorische Indo-Europese cultuur van ariërs die 3500 jr. geleden van Centraal-Azië naar India trok. In de 19e eeuw werd de term van deze groep plots betrokken op alle Indo-Europeanen. Onderzoekers hadden overeenkomsten gevonden tussen Oudindische en Europese talen en meenden onterecht dat een Noord-Europees arisch ras compleet Centraal-Azië moest hebben onderworpen.
De beeldvorming van Hitler’s dominante arische ras is van oorsprong gebaseerd op een onjuiste conclusie. Het machtsvertoon heeft mensen desondanks reële angsten aangejaagd. Zijn deze net als collectieve manipulatie ook kneedbaar, omkeerbaar en oplosbaar? Kan kunst helpen om nieuwe gezonde overtuigingen te vormen?
Germanen vormen een verlengstuk van Indo-Europese en Centraal-Aziatische stammen. Het Indiase kastensysteem is overigens op de bestaanszekerheid van ‘arische’ groepen geënt, waarbij ‘wit’ bloed zich niet met de ‘zwarte’ bevolking dient te mengen. (‘Wat als vrouwen mannelijke partners zonder onbewust onderdrukkende mechanismen prefereren?’, vraag ik me dan af.)
Ontwatering en ontginning zou rondtrekkende Germanen hebben geholpen om zich in West-Nederland te vestigen.
In het boek ‘Wat is heemkunde’ (1941) zet de Nederlandse NSB-volksvoorlichter Hermannus Reydon kunstmatige en natuurlijke invloeden in het landschap uiteen. Hij vergoelijkt het ontsluiten van zeekleigebieden en het geleidelijk ontginnen van veengebieden in Zuid-Holland in de Middeleeuwen, om kolonisatie van dit woeste moeras- en veengebied door Germaanse stammen uit Noordwest-Duitsland, reizend via hoge zandgronden in Oost-Nederland, mogelijk te maken. Ook andere ingrepen door voorouders in het landschap zoals het doen ontstaan van zandgronden en heidevelden voor schaapskuddes, door bossen te rooien en heidevelden af te plaggen en het zandgraven, worden geroemd als wijzen waarop ‘arische’ stammen het karakter van het Nederlandse landschap bepaald hebben. Het nazi-regime kneedde een nationalistische vooroudercultus, waarbij ontginning van inheemse Nederlandse natuur werd verheerlijkt t.b.v. expansiedriften van een vermeend rijk. Het Nederlandse vormgegeven (polder)landschap werd in WO2 o.a. voor propaganda-doeleinden benut, met de hard werkende boer als cultureel toonbeeld, omdat deze werkte op het land waar voorouders begraven zijn. Het zuivere bloed van deze nakomeling van Noord-Europese stammen zou zich niet gemengd hebben met migranten uit de stad. Ontwatering en ontginning zouden trekkende Germaanse voorouders uit NW-Duitsland hebben geholpen om moeraslandschap te cultiveren en zich in West-Nederland te vestigen, als een Duitse kolonie.
Lees ook over ‘Het Nederlandse landschap en de Tweede Wereldoorlog 1939-1945’ in de masterscriptie van Ame Hammers (p. 73).
“De heemkunde houdt ten nauwste verband met volkskunde en sibbenkunde [stamboom], omdat er van een heem slechts sprake kan zijn in relatie tot een bepaalde volksgroep of bepaalde sibben, wier heem het is. De eigenaardigheden van een plaats of streek, voor zoover die niet de natuurlijke gesteldheid van deze en het oorspronkelijk inheemsche dieren- of plantenleven betreffen, zijn ontstaan door de inwerking der inheemsche bevolking op haar woonplaatsen, en dit geheel van volk en bodem vormt het eigenlijke heem. Anders komt men ertoe, volk en bodem in dienst te stellen van vreemde belangen en hen tot voorwerp daarvan te maken, in plaats van hun recht op eigen leven en eigen karakter te erkennen. … Om, het eigen leven der streek en der inheemsche bevolking … te laten spreken, niet om uitheemsche invloeden in de streek en op haar bevolking na te gaan.”
Bron: Wat is heemkunde, p 25, H. Reydon, Uitgeverij Hamer Den Haag, 1941
Het intrigeert me hoe een volksvoorlichter van een naziregime, die bevolkingsgroepen onderdrukte en een Derde Rijk wilde stichten, het belang van inheemse balans kenschetste en sentimenten vernuftig bespeelde. Duitse koloniale troepen hebben tussen 1904-1907 grote delen van de Herero- en Nama-volkeren afgeslacht. Hoe dacht men over de mensen in het huidige Namibië en hun heem? Nationalistisch gedachtegoed met vergelijkbaar gebrek aan zelfreflectie of wederkerigheid, is nog actueel.
President Trump haalde in 2025 een noodwet uit 1789 uit de kast (die bedoeld was om in oorlogstijd te gebruiken), om huidige illegale migratie, mede vanuit Mexico, als een ‘vijandelijke invasie’ of oorlog tegen het Amerikaanse volk te bestrijden. Inheemse indianen hebben duizenden jaren lang door Mexico, (Oost en Zuidwest) Noord-Amerika en Zuid-Canada getrokken. Zij verbouwden onder meer katoen, bonen, tabak en zonnebloemen. Wordt deze inheemse cultuur geëerd of gecensureerd bij de huidige gewilde uitbreiding van Amerikaans grondgebied?
Het plan Trump-Gaza ligt op de tekentafel al in aanbouw en kan nog wel wat geld van meewerkende zakenpartners, die een oogje dicht knijpen, gebruiken. De Make America Great again-missie gaat over lijken.
Ik heb het volk van Israel hoog zitten, ondanks dat diens staat mede uit collectief schuldgevoel is gesticht, wat in mijn ogen een kwetsbare oplossing vormt. Een (migratie)conflict is onopgelost naar een andere, bijzondere en historisch relevante regio verschoven. Zoekt men steun in het verleden met een claim op uitverkoren land, omdat huidige collectieve verhoudingen uitdagend zijn? Kan je veiligheid afdwingen door anderen gewelddadig te bedreigen?
Joden zijn eeuwen van huis en haard verdreven. Sinds de 16e eeuw kwamen rijkere Sefardische joden uit Spanje/Portugal, die zich in het relatief tolerante Amsterdam niet maar als bekeerde Christen hoefden voor te doen. Later stroomden uit Duitsland en Oost-Europa gevluchte of vervolgde Asjkenazische Joden naar Nederland. De industrialisatie smeedde arbeidersbewegingen die minder religieus actief waren. 102.000 Joden, Roma en Sinti werden in Nederland tijdens WO2 vermoord. Nederland voerde van de West-Europese landen de meeste Joden af en verdiende hier bijkans geld mee.
De teller in Gaza staat op dit moment op minstens 45.000 doden, waarvan 1/3 kind is. Inclusief lichamen van vermiste personen die nog onder het puin liggen, kan het dodental eind 2025 tegen de 80.000/90.000 lopen. Gaat team Trump-Netanyahu tijdens de annexatie ook DNA-monsters en lijkzakken verzorgen, om families uitsluitsel of een waardige begrafenis te bieden, of worden resten net als puin in de aarde (of op zee) gedumpt?
Het huidige Nederlandse medeleven naar Israëlische trauma’s en pijn, is ontstaan wegens schaamte om het wegkijken van een genocide en het onvermogen om zich in het moment tegen deportaties die plaatsgevonden hebben uit te spreken. Het verzet bestond uit een kwetsbare minderheid die afhankelijk was van de soms verraderlijke onschuld van de medemens als stille getuige.
Het plan Trump-Gaza kan alleen slagen als het geweten nog verder gereduceerd en gesmoord wordt en de internationale gemeenschap zich (nu willens en wetens want goed geïnformeerd over geschonden rechten) laat opsplitsen in stammen met de ‘juiste’ en stammen met de ‘verkeerde’ aangeboren nationaliteit. De persoon met de ‘juiste’ nationaliteit draagt de emotionele last van een passief-agressieve overheidsopstelling met zich mee.
Volgens het Nederlandse kabinet wordt er ondanks berichtgeving omtrent etnische zuivering van Palestijnen (en het saboteren of doden van hulpverleners) geen rode lijn overschreden. Het rood is verplaatst naar de schaamte op de wangen en de sociale collectieve spirit bij wereldwijde protesten.
Uit intergenerationeel trauma is systematisch geweld en koloniale onderdrukking ontstaan, waaruit Hamas ontsproten is. Deze cyclus van geweld lijkt onoplosbaar, maar keuzes zijn maakbaar.
Tijdens een geboorte kan een vrouw door een hoogtepunt van pijn gaan, waarbij ze denkt dat ze de weeën niet langer opvangen kan; een fysieke storm overmeestert haar. De overgang van ontsluiten naar persen vormt een (hormonaal) kantelpunt. Na deze tijdelijke rustfase of inzinking herpakt zij zich op oerkrachtige wijze en wordt het kindje vaak geboren. In het diepste duister kan de geest het licht ontwaren of dient het zich aan.
De spreekwoordelijke bodem waar mensen tegen op hikken blijkt uiteindelijk een dieper gelegen aardoppervlak, waar je ook kan zitten, liggen, zwemmen, drijven of staan. Ik heb nog nooit iemand door de grond zien zakken, maar wel diens knikkende knieën en schaamrood waargenomen. En de wederzijdse opluchting gevoeld zodra er na strijd (lees: angst) weer ruimte is voor transparantie, eerlijkheid en oprechte samenwerking.
Hoeveel generaties zal het duren, voordat de wonden en uitgerukte boomwortels hersteld zijn, zodra het vrede is? Het innerlijke werk waar vergeving om vraagt, kan voor sommigen zo’n tergende opgave zijn, dat zij oorlog verkiezen boven de jeugd, het leven en een eerlijke orde. Het stellen van vertrouwen vraagt om een ware transformatie die het ego tart.
Laat ons niet vervallen in oordelen om goed en slecht. Maar elkaar steunen in een tijd dat de schijn van controle weg kan vallen, en onze collectieve kwetsbaarheid zich aandient. Mijn oma schreef: “Zul je het nooit vergeten dat licht en schaduw bij het leven horen? Zonder schaduw kan een mens niet voldoende van het licht genieten!”
De waarheid kan langzaam schuren en knagen aan het geweten. De botsing met heersende normen en sociaal geaccepteerde overtuigingen uit de omgeving, bezorgt mensen die schadelijke patronen waarnemen doorgaans een ongemakkelijk gevoel. Men riskeert buitensluiting of verwerping, wat evolutionair gezien zo’n tragisch lot is dat we met tig smoezen en beredeneringen wegsluipen van de angst dat we betrapt worden op ons ‘onafhankelijk denken’. Men weegt de waarde van het vrije woord af ten opzichte van sociale mechanismen. Zodat we soms bij voorbaat andermans scheve zaken al recht praten. Elon Musk weet onafhankelijke geesten verfijnd online te intimideren; niemand die nog over zijn verworpen kind in zit. (Heeft hij zich weer voortgeplant om gemiste kansen in te halen?)
Realiseren we ons dat de uiteindelijke prijs naar de toekomst verschoven wordt en nu al jonge kwetsbare mensen raakt, die zich niet kunnen uitspreken? Hun wereldorde en natuur zal zich moeten herstellen. Hoe kan masculiene energie zich vaker dienstbaar inzetten, met oog voor toekomstgeneraties en zonder gepleegde roofbouw op de natuur?
Zijn generaties van families bestemd om op een vaste plek te wonen, een 9-17 baan te hebben en de mouwen verder nooit op te hoeven stropen m.b.t. de overleving? Is zekerheid wel wat we diep van binnen verlangen of hunkeren we naar de kans om gezien te worden, op te vallen en zelfs fouten te maken om te leren, successen te ondergaan en openlijk anders te mogen zijn? Met bewondering kijk ik naar schippers, die met gezin en al over grenzen varen en met een nuchtere houding thuisonderwijs geven. Ook kampers raken een gevoelige snaar; wie wil er nu geen huis op wielen, tegenover je grootouders?
Hoe woonde de Nederlandse voorouder?
Zodra we kijken naar de relatie tot het land van de voorouder, zouden innovatief bouwen en migratie dan niet een belangrijker rol moeten spelen voor de Nederlandse cultuur i.p.v. het beschermen van een industrieel-agrarische cultuur binnen een nationale grens?
Kan ik in mijn fotowerk een nomadische spirit of bereidheid tot ontvankelijke samenwerking met de natuur verbeelden?
Leven mijn ‘biologische’ voorouders verspreid over diverse continenten, die uit vrije wil en in langzaam trekkende stromen voortbewogen (en bijv. niet gewelddadig verscheept zijn) en zich in feite niet zozeer bekommerden om op welke lap grond zij bewoonden, maar meer om een groepsgetrouwe identiteit en bestaanszekerheid? Ben ik afgezant van een noestig landbouw- en vissersvolk die het (Westelijke) Nederlandse zee-, meer-, bos- en moeraslandschap ooit ontgonnen, bebouwd en vervuild zal achterlaten, zodra het lage land over generaties zal overstromen?
Is de geringe bekommernis om het inheemse lokale (Randstedelijke) landschap mede cultureel bepaald of geërfd omdat mijn voorouder diep van binnen al wist dat er een tijd van komen en gaan is en geconditioneerd is om andere soorten of groepen strategisch te onderwerpen?
Herwortelen
Zijn we onbewust in de greep van van getijden en grillige seizoenen met hitte en kou, of werken we slim samen met de natuur, zoals Green Musketeer Pieter Hoff met zijn water- en growboxx bijvoorbeeld deed? Goddank stierf de innovator nadat zijn uitvinding op de markt was gezet in Azië, Afrika en het Midden-Oosten. Zijn zoon zet de droom om verdroogde gebieden met bomen te herbeplanten nu voort.
De Growboxx® zorgt ervoor dat de wortels van de boom dieper de aarde in worden geleid, zodat de boom minimale hoeveelheden oppervlaktewater nodig heeft om te overleven en ook niet meer van menselijke irrigatie afhankelijk is (wat kostbaar is zodra water schaarser wordt). Voor het planten worden de wortels ontward, desnoods bijgeknipt en recht naar onderen geleid, om kansen voor de toekomst te vergroten. De titel van mijn gewenste project is hierdoor geïnspireerd: RESPROUT (In de sporen van mijn oma). Ik realiseer me dat ik moet snoeien om mijn roots te hervinden. Dit lijkt een tegenstelling, maar om de bron te hervinden moet je soms afscheid nemen van overbodig geraakte ballast.
Ik zou werk kunnen maken waarbij ik een nieuwe toekomstbestendige (culturele) relatie met het landschap tracht te vinden, en boven dualiteit en polarisatie uitstijg. Ik zou met inkt een psychologische sfeer in mijn fotonegatieven kunnen verbeelden, waarbij ik dankbaar afscheid neem of warmte teruggeef van een gul en gehavend landschap.
Ervaar ik (aangeboren) moederlandsliefde voor het Nederlandse landschap als onderdeel van mijn identiteit, die me in staat stelt spiritueel te transformeren en dapper helingsrituelen te verbeelden? Net zoals mijn oma ondergedoken verzetsjoden hielp te overleven, omdat ze wist dat er een hogere waarheid of orde is die uiteindelijk regeert?
Geschiedenis als een kunstwerk van de toekomst
In mijn oma’s dagboek vormt natuur een bron van kracht, voeding, verbinding en inspiratie, om te overleven en vervolgden te helpen, wat gevaarlijk was. De geheimzinnige stilte van het gezin maakte hen doelwit en beïnvloedde mijn oma’s tienertijd, doordat de buurt dit juist met NSB-collaboratie associeerde.
Ter Aar lag als tuindersdorp in een landelijk gebied tussen Schiphol en Randstedelijke doelwitten in; de oorlog was tastbaar tussen moestuinen, bruggen en kanalen aanwezig. De tijdloze relatie tussen mens en natuur wil ik in de regio verbeelden, door met verf diverse verbindingen tussen menselijke en natuurlijke elementen te leggen, als een parallel universum dat een oorspronkelijk en gekneed gelaagd Nederlands landschap raakt.
Het dagboek van mijn oma vormt een startpunt en casus van mijn artistieke onderzoek naar het land van de voorouder. Met bijvoorbeeld een boomgaard die mensen voedt, een kuil om in te schuilen voor een bom, of weilanden en een kanaal die ‘s nachts al rennende/zwemmende werden overgestoken om een verzetsgezin tegen een op de weg oprukkend Duits leger te waarschuwen. De zus van mijn oma redde lokaal verzetsleider Dr. Quartel en zijn vrouw en paste op de kinderen nadat het stel vluchtte, waarna soldaten haar tevergeefs met een geweer op het hoofd ondervroegen over het vluchtadres. Mijn oma hielp haar zus om ongezien via de regenpijp naar buiten te klimmen. De groene sluiproute die Alie aflegde, wil ik met een tijdelijk gemarkeerd spoor van rozenblaadjes of rode stenen als land art Monument van moed in fotowerk verbeelden.
Het dagboek beschrijft beslissende momenten en daden, waarbij men dagen in spanning op de afloop of nieuws moest wachten. Deze onvrijwillige verhouding tot stilte intrigeert mij. Het is een stilte die vaak op de volgende generatie is overgeslagen wanneer het oorlogstrauma’s of ander leed of geweld betreft. Een stilte waarin je wel vrije gedachten van binnen kon vinden maar je innerlijke stem niet altijd vrij kon laten spreken. Collectieve taboes, emotionele schaamte en beperkende overtuigingen kunnen nog altijd nagalmen in de ether. De inperking van feminiene energie wegens een machtslustige en territoriumuitbreidende agenda, wil ik in een nieuw project doorbreken. Door mens en natuur te verbeelden vanuit verbonden bewustzijn en intuïtieve interactie met natuur te hervinden. Het landschap van mijn oma’s jeugd wordt met terugwerkende kracht verrijkt en vervormd.
In het dagboek spelen fluïde overgangen een rol, waarbij bijv. een Duitse soldaat mijn oma redt door haar, terwijl ze per fiets voedsel smokkelt voor o.a. onderduikers, in een gat te werpen tijdens een bominslag naast een brug. Ze was als 16-jarige vermomd als zwangere -een schande – om boerenmelk in een blik op de buik te dragen. Wat deed de aanblik van haar buik met de soldaat? Goed en kwaad zijn niet eenduidig van elkaar te scheiden. Ik wil de beeldvorming van het Nederlandse (WO2) landschap vanuit open perspectief verrijken en mensen aanmoedigen om hun bewustzijn in contact met natuur te versterken. Dagboekverhalen wil ik transformerend verbeelden, zoals een danser die als helend ritueel uit een gat naast een gebombardeerde brug herboren wordt. Maar ook als aanleiding benutten om huidige duurzame pilotprojecten van bijv. hoogwaterboerderijen (die het verarmde veen in de regio Z-H helpen herstellen) te bestuderen.
Het verhaal van
Ik verbind met niet alleen met mijn oma, de moeder van mijn moeder, wat heel dichtbij komt, maar ook met mijn over en overover en overoverover-grootmoeder. Met mijn lineage, wat mij plotsklaps een breder inzicht in mijn levenslijn en diverse (historische én toekomstige) ontwikkelingen geeft. Ken je roots om de boom tot bloei en wasdom te laten komen.
Schets: Mijn oma duikt in de zee van de Aarde
Schets/tekstfragment werkboek 2024, geïnspireerd door dagboekverhaal over (bom)redding via een gat in de grond naast een brug
Een transformerend (veen)landschap
Het hedendaagse landschap fascineert mij, juist omdat dit op oude lagen met opgeslagen energie en natuurkracht van een rijke bodem is gebouwd. Begrijpen wij het vertraagde ritme van bomen, mos of planten, en de cycli van afbraak-processen om zoiets magisch als steenkool te bieden? Het wonder komt net zo goed van onderen, als van boven.
Sponsachtige veengronden bevatten afgestorven plantmateriaal uit moerassen. In Noord- en West-Nederland worden grote veengebieden al eeuwenlang als weidegebied voor koeien gebruikt. Tijdens het atlanticum ontstond veen door de de overgang van naaldbos naar loofbos, een vochtoverschot en zeespiegelstijging die de grondwaterspiegel verhoogde. Vocht vertraagt oxidatie van plantaardig materiaal, zoals bosveen. Ook vandaag beschikt de Nederlandse veenbodem over vocht. Om op Nederlandse veenweidegebieden te kunnen boeren of bouwen wordt het grondwaterpeil kunstmatig laag gehouden. Na turf- en veenwinning zijn veengebieden afgenomen. Overgebleven gebieden zijn verder verdroogd door ontwatering voor landbouw, aanleg van infrastructuur en stedelijke ontwikkelingen.
Door het lage grondwaterpeil komt de bovenlaag van het veen in contact met zuurstof en verbrandt het, waardoor de bodem daalt (veenverzakking) en de uitstoot van broeikasgassen als CO2 en methaan toenemen. Het lage grondwaterpeil leverde Nederland i.c.m. agrarisch bodemgebruik jaarlijks ca. 7 miljoen ton CO2 op, omstreeks 2018. Dit belemmert de inzet aan het (Parijse) Klimaatakkoord. Door bodemdaling kunnen er sneller overstromingen en schade aan bebouwing en infrastructuur (wegen, leidingen) ontstaan.
Dood plantenmateriaal wordt door schimmels en bacteriën onder invloed van zuurstof vlot afgebroken. Warmte en droogte leveren zuurstof voor verbranding van moleculen, wat energie in de veencellen genereert. In natte en zuurstofarme omstandigheden – waarbij veen onder water staat – gaat de afbraak van afgestorven plantaardig materiaal langzamer dan de ophoping, waardoor veenvorming optreedt. Zonder zuurstof vormt veen methaan.
Gedroogd veen wordt gebruikt als materiaal voor brandstof (turf), de bouw en bodemvruchtbaarheid. Op grote diepte kan veen onder druk veranderen in steenkool.
Toen hout schaars werd, ontstond er in Zuid-Holland in steden zoals Leiden en Haarlem in de 17e eeuw meer vraag naar turf. Beplanting kan de ontgonnen en verarmde bodem en weidegrond helpen herstellen. In regio Ter Aar zijn er door tuinbouw zogeheten Aarveengronden ontstaan, met unieke kleiige venige zandtoplaag van min. 50 cm.
Hoe kan ik huidige natuur en het herstel van biodiversiteit en (gedeeltelijke) herbeplanting of vernatting verbeelden, waarbij er een rijk nieuw landschap ontstaat, dat toekomstbestendig is? De provincie Zuid-Holland mag dan wel vol gebouwd zijn; er liggen ook veel droge lappen gras waarvan de bodem onder de oppervlakte meer potentie bezit.
Om de overgang naar nieuw leven en de toekomst te verbeelden, wil ik o.a. de kunstfoto (met peuterdochter Rosalia) op de genoemde kraterrand maken. Deze representeert voor mij een moeras-dijkring, zoals de Vierambachtspolder.
In dit werk kan een nieuwe beweging aan bod komen; de innerlijke wedergeboorte die mensen doormaken om een sociale en ecologische transitie te helpen. Ik wil me laten inspireren door het heengaan van mijn oma, waarbij zij uitkeek naar het ‘heenzien’ met haar overleden kindje. Zodat twee werelden in elkaar overgaan. Of de overgang naar het metafysische op zichzelf uit meerdere lagen of dimensies bestaat. Het loslaten van een oude materiële en geëconomiseerde natuurvisie kan een transitie voor de toekomst betekenen. Ik hoop dat ik daar met diepe inspiratie aan bij mag dragen.
Mathilde Jansen
12 April 2025
Deventer
“In accumulating property for ourselves or our posterity, in founding a family or a state, or acquiring fame even, we are mortal; but in dealing with truth we are immortal, and need fear no change nor accident.
The oldest Egyptian or Hindoo philosopher raised a corner of the veil from the statue of the divinity; and still the trembling robe remains raised, and I gaze upon as fresh a glory as he did, since it was I in him that was then so bold, and it is he in me that now reviews the vision. No dust has settled on that robe; no time has elapsed since that divinity was revealed. That time which we really improve, or which is improbable, is neither past, present, nor future.”
Walden, Henry David Thoreau
(Walden and Other Writings, Reading, p. 188, Bantam Dell, 2004)