De wederopstanding van analoge fotografie


Introductie: Level Up

Medio februari 2022 werd mijn gezin geraakt door corona griep; alleen onze jongste dochter Rosalia van 3 maanden, werd niet positief getest bij de GGD, maar zij had wel klachten. Gelukkig maakte ons gezin het relatief goed.
Tijdens mijn zwangerschap heb ik me niet laten vaccineren. Ik was voorbereid om (weer) geveld te worden door koorts (- begin 2020 heb ik vermoedelijk tevens een besmetting doorgemaakt -), schoof afspraken op en nam de tijd om de duisternis in de ogen te kijken; lessen te leren. Hoe kon ik duidelijker communiceren met mijn geliefde – met een ietwat grillige jeugd en (stief)vader in mijn samengestelde gezin – en niet over me heen laten lopen door de markt? Zo kan ik in mijn kracht staan en vanuit een grotere spirit geven. Het is tweerichtingsverkeer.

Tijdens dit griepbed nam ik afscheid van mijzelf als analoog en digitaal fotograaf. Ik ga door als analoog fotograaf en kunstenaar. Digitale fotografie krijgt een meer zijdelings ondersteundende rol. Met dit stuk maak ik een buiging naar iedere maker, die in het alledaagse bestaan met rekeningen en kinder-snottebellen, de kunst viert en dit bestaan zo meer dimensie geeft.

Wie weet ben je creatief en empathisch aangelegd en geeft dit jou ook helderheid voor het afstemmen van grenzen in werk of privé-leven.

Het analoge hart

De fotograaf durven we financieel uit te kleden, maar onze diepere morele waarden durven we vaak niet prijs te geven. Digitale fotografie wordt wel eens benut als een soort plastische chirurgie, om een perfecte werkelijkheid te kneden, die in feite niet bestaat of mensen een onhoudbare droom voorschotelt. Ook zijn er fotografen die hierop reageren, door juist de platte werkelijkheid met bierbuiken en aangeharkte tuinen te belichten – niet in nevelen gehuld om nog een sprankje hoop te bewaren voor de toekomst, maar met nietsontziend flitslicht. Hoe kan analoge fotografie mensen helpen om stil te staan bij de naakte waarheid? Liefst bij natuurlijk daglicht.

Tijdens mijn studie Fotografie aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten te Den Haag begon de opmars van digitale fotografie haar intrede te doen. De donkere kamer maakte langzaam plaats voor lessen die tevens achter de computer volbracht konden worden. De academie bood voldoende ruimte voor zowel analoge als digitale werkwijzen, en zeker in die jaren was er nog ruimschoots aandacht voor het ambacht fotografie, dat men met de technische camera en Hasselblad leerde. Nee, (nog) niet met digitale achterwand. Dat was voor de geprivilegieerde zielen met kunstminnende ouders, die hun kind i.p.v. een contrabas zo’n achterwand schonken. Of de (oud) studenten die over de moed beschikten om zonder twijfelen flink te investeren in professionele apparatuur, die qua beeldkwaliteit concurreerde met de betere analoge camera. Dergelijke investeringen in digitale en analoge foto-apparatuur betreffen hoe dan ook beslissende keuzes, die iemand’s levensloop mede kunnen bepalen.

Het merendeel van de romantici moest het doen met filmpjes. En wachten op het resultaat. Ik ben dankbaar dat ik nog in dat analoge tijdperk les heb gehad van hartstochtelijke leraren, voor wie diafragma en sluitertijd heilige middelen waren om een boodschap mee over te brengen. En dat je leerde doordrukken of tegenhouden in een donkere kamer, in plaats van urenlang op een computer te mierenneuken om een gestileerd landschap te creëren, dat onder controle is van de menselijke hand. Net als onze infrastructuur; steden; agenda’s; families; vette salades uit bakjes bij feestjes en doorbakken meningen.

De onzekerheid van het ambacht fotografie werd als een last bestempeld: weg met dat urenlange wachten op die ontwikkelde unieke foto. Alsof intuïtie en voorgevoel of connectie met een mens, plaats of tijd, bijzaak zijn. Middels digitale fotografie was dat trage proces eindelijk verleden tijd; nu zou de fotograaf de markt pas kunnen dienen. De meest gepassioneerde fotografen heb ik zien veranderen in gestresste en onzekere mensen die hun businessplan plots op moesten stellen, om veel mogelijk winstgevende portretten of reportages te kunnen maken in een zo kort mogelijke tijd en liefst met de duurste camera’s. In de mediawereld werd ik af en toe bijna aan de kant gebeukt door lange lenzen van mannelijke collega’s, terwijl ik mijn vaste lichtsterke 50mm lens liefhad en niet met een lange fallus rond hoefde te lopen om te scoren. Susan Sontag had me begrepen.

Fotografen werd naar mijn weten niet om hun mening gevraagd, wat zij in het diepst van hun wezen van de voortgaande digitalisering vonden. Met wat pech kwam je in de trein naast een fotoliefhebber te zitten, die zelfbenoemd fotograaf was, omdat hij de nieuwste Sony lens had gescoord en afgelopen weekend een ree had ‘geschoten’ in het krieken van de dag met een mooi bambi-filter eroverheen.
Nu geloof ik dat in ieder mens een stukje kunstenaar schuilt, maar dan gun ik het zo’n gepassioneerde amateurfotograaf om ook inhoudelijk over fotografie te praten, en te stoppen met technische snufjes, data en weetjes voorop te zetten: alsof het daar om draait. Dat is louter de verf of het penseel, waar het de bezielde fotograaf uiteindelijk niet om te doen is. Ik voel een plaatsvervangende schaamte wanneer een amateur de leiding neemt over zo’n gesprek, die de pijn en het ongemak, de magie en het vuur van ware fotografie, wat over verbinding en authenticiteit gaat, terloops lijkt te vermijden. Gebaseerd op regels die soms lijnrecht tegen de corporate samenleving indruisen. Lastig als je ook voor organisaties werkt waarbij je CEO figuren moet portretteren alsof het je beste vrienden zijn. Ik hou van iedereen. Maar ook van mezelf en kunst.

Mensen die hun baan verloren door de opkomst van geglobaliseerde beeldbanken (waar menig bedrijf nog steeds voor een habbekrats gebruik van maakt), kregen bijstand en een doos tissues, met een voucher erbij voor een spoedcursus ‘bedrijfsvoering’. Weer die winstcijfers die gepimpt moesten worden. Ik moet janken nu ik dit schrijf, want ik heb zelf bij wijze van spreken ook tussen die groep losers gezeten. Barstend van frustratie, want er moest ook brood op de plank.

Voor mij was fotografie een tastbaar middel, om me juist te verzetten tegen die markt, als twintiger met het hart op de juiste plek. En dat schoot nu eenmaal het best wortel middels vuur en compassie. En de alchemie van een kunstproject. Al was het in opdracht: een reportage voor een bedrijf of sociale organisatie in alle rust te mogen voltrekken. Waarbij jouw betrokken visie centraal staat. En niet of je de foto’s een dag eerder of later aanlevert. Waar zijn we met zijn allen heen gegaan?

Digitale fotografie werd ook niet benut om mensen in minder vooraanstaande gebieden ter wereld te dienen met een prachtig medium; mensen die geen toegang hadden tot een fotolab. En wel nieuws over hun regio te melden hadden of verslag konden doen van ontwikkelingen in meer rurale gebieden. Over handelsbelangen, ecologische verwikkelingen, sociale conflicten en successen die geboekt werden. Om over oorlogen nog niet te spreken.
Nee, digitale fotografie kwam net als het corona-vaccin als eerste in handen van de vrije of westerse consument, die meer en sneller wilde en het lastig vond om vernuftige ontwikkelingen of goederen te delen.

Fotografen zijn jarenlang loyaal geweest naar hun bazen en opdrachtgevers. Gaven hun dromen en diepste wensen op om anderen te dienen en sneller te werken. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben een absolute fan van technologische vooruitgang en niet tegen digitalisering.

Waar het me om gaat, laat zich in deze vergelijking het beste illustreren:

A. Eugene is een kunstschilder die graag met olieverf en daarnaast aanvullend gemengde technieken werkt. Hij heeft een bijbaan bij de schaatsbaan – waar hij zelf graag voor de werkdag begint een baantje trekt – en is een sportieve natuurfreak. Ook geeft dit hem inspiratie, want hij observeert kinderen op de ijsbaan en vindt het heerlijk om de kou door zijn lijf te voelen trekken. Tevens houdt hij van een onderonsje met de koek-en-sopie-eigenaar, die van huis uit heeft geleerd open te staan voor mensen van alle rangen en standen. Hierin vinden deze kunstschilder en verkoper elkaar. Ze hebben een overeenkomstige humor en peppen elkaar op bij mindere dagen. Zo blijven ze beide in balans. Eugene inspireert mensen bij de schaatsbaan en de eigenaar van die schaatsbaan overweegt zelfs om masterclasses schilderen te organiseren in de kantine met hem. De sfeer is open en tolerant. Hij krijgt nieuwe klanten en contacten binnen via die ijsbaan. Hij ontvangt wisselende inkomsten uit zijn kunstpraktijk, maar verdient zo al met al een goede boterham. En is een prettige sfeer ontstaan. De ijsbaan besluit Eugene een mega-opdracht te geven. Hij mag de hele buitenkant schilderen en krijgt vrij spel, zolang hij anderen maar betrekt bij het proces. En zich eventueel iets laat bijsturen door de opdrachtgever. In de kern is hij vrij. Hij mag er zijn eigen meesterwerk van maken en krijgt eerlijk betaald. De schaatsbaan trekt nu nog meer mensen aan. Er worden selfies voor de baan gemaakt en mensen genieten ontspannen na van het sporten. De schaatsbaan lijkt op een zeer bijzondere manier samen te vallen met de omgeving; als een sculptuur of architectonisch werk waarbij je een stukje tijdloosheid raakt.
Eugene wordt gerespecteerd in zijn gevoeligheid en behoeftes als kunstenaar, ondanks dat hij moet zien te overleven in een marktgerichte maatschappij als creatieve ziel. Hij geeft gul aan anderen en zijn talenten worden niet misbruikt of terloops uitgebuit. Hij kan zijn huur betalen en heeft louter gemiddelde zorgen aan zijn hoofd. Zoals hoe het afloopt met de heupoperatie van zijn moeder; of hij zijn kat nu wel/niet moet laten inslapen; hoe hij de mieren uit zijn tuin kan krijgen zonder andere insecten ook te vergiftigen, of dat hij de nieuwe schutting ecologisch moet verven of laten impregneren. Hij zou zelfs een gezin kunnen onderhouden.

B. Eugene is een kunstschilder die graag met olieverf en daarnaast aanvullend gemengde technieken werkt. Hij ontvangt wisselende inkomsten uit zijn kunstpraktijk en legt geregeld nieuwe contacten om meer opdrachten te werven. Sinds kort is er een ontwikkeling in de samenleving ontstaan, waarbij kunstschilders ongevraagd worden geacht met goedkope sneldrogende Action verf te verven, die slechts 40 jaar houdbaar is en waarvan de kwaliteit op lange termijn te betwijfelen valt. Eugene maakt zich zorgen over de bedoelingen hierachter, maar veel tijd om hierover na te denken of hier een werkwijze bij te verzinnen heeft hij niet, want steeds meer van zijn klanten willen hun portret laten maken in die goedkope verf. Google is in de ban van de verfgigant, die alle andere olieverf-schilders (die werken met verf die langzaam droogt) lager laat scoren in de zoekresultaten. Zij krijgen zo ook minder inkomsten om eventueel te adverteren, als zij dat al zouden willen doen. Toch is adverteren het toverwoord geworden in de schilderbusiness. Het lijkt steeds minder om de inhoud en het gevoel, de juiste uitdrukking, in het portret te gaan. In combinatie met vakmanschap en techniek uiteraard.
Eugene laat zich jarenlang voor de kar spannen van mensen die het goedkoper en sneller willen, en hoopt zo zijn kunstpraktijk te kunnen onderhouden. Maar in plaats van dat mensen willen betalen voor zijn portretten in Action-verf, weigeren ze soms zelfs nog om hem een eerlijke boterham te betalen. Ze bieden aan om zijn heg te snoeien in ruil voor het portret; om de mierenplaag te verhelpen of om de schutting te helpen verven. Gezellig met een biertje erbij, waarbij Eugene ook nog eens de BBQ aan mag steken. 
Het kost Eugene dagen tijd om een portret mentaal en artistiek te ‘ontwikkelen’ in zijn hoofd en die olieverf gaat mooi hand in hand met dat proces, qua timing, dat voelt heel soepel aan. Maar nu hij wordt gevraagd haast te maken, mist hij soms de diepere vonk in de ogen van degene die hi ontmoet, laat poseren en portretteert. Hij voelt zich eenzaam worden en onbegrepen. Hij wil immers iets van alchemie van de ziel vastleggen, en dolgraag verstild werken, met zijn handen, als een ambacht. Waarbij het “schilderlab” (aka fotolab) waar hij zijn schilderwerken laat fixeren opspannen, een vaste prik is. Hier ontmoet hij ook andere schilders, raakt hij op de hoogte van de laatste exposities en hoort hij hoe hij zijn schilderwerk de volgende keer nog beter kan laten afwerken. Hij werkt graag nauw samen met deze partij, omdat deze ook als doel heeft een duurzaam product af te leveren, zodat zijn werk bewaard blijft. Niet alleen voor zijn toekomst maar ook voor de klant, waarvoor hij al jaren trouw zijn talenten inzet en passies blijft ontplooien. Hij wil niet alleen dienen, maar ook verwonderen; vooruit brengen; prikkelen; iets nieuws tot stand brengen. Wat een antwoord geeft op de huidige toestand van de wereld. Of in ieder geval reageert op huidige bewegingen en actualiteiten.
Maar met de Action verf kan hij de diepte niet altijd in. Vaak is hij onzeker, of zijn werk überhaupt bewaard blijft. Of dat het vervaagt, net als al die korte termijn wensen van de markt of corporate businesses. Hij zou bedrijven juist graag helpen bezielder te werken en zich te profileren! En de ware schoonheid van medewerkers ontmaskeren als (tovenaar aka) schilder.

Waarbij hij ook organisch of procesgericht zou mogen werken met de verf die hij het meest geschikt vindt. En ja, dat zou soms best die kek Action-verf kunnen zijn. Mits hij die kan mengen met zijn andere technieken en benutten op zijn voorwaarden. Juist om de ander te dienen en een product te leveren dat de tand des tijds doorstaat.

Je vraagt een vertaler van een gedicht ook niet om eerst google-translatie te gebruiken en dan alleen de grammaticale fouten daarvan te corrigeren. Dan mis je de essentie van het gedicht.
Of de foto… in de vergelijking die ik zojuist hierboven maakte.

Vier de vrijheid

Bevrijd de gevoelige fotograaf. Bedrijven die kwantiteit en winstcijfers boven de kwaliteit en betekenis van het medium stellen mogen op hun plek worden gezet en verdienen naast bakken geld geen heroïsche status.

De wereldmarkt ging soepel in op de toegenomen vraag naar digitale foto- en randapparatuur. Een camera werd een hebbeding in dezelfde lijn van modieuze auto’s of jeans. Dat zie ik als een luxe. Alleen wordt dat voorrecht niet bewust gevierd maar voor lief genomen – alsof het niet langer dan 2-3 jaar in vaste vorm bestaat. Hoe houdbaar is dit streven naar economische efficiëntie? Worden kapotte of out-of-date consumentencamera’s uberhaupt gerecycled?

In feite moet er een analoge camera zoals een Mamiya-oldtimer aan te pas komen om die marktprocessen te begrijpen cq vertragen. De camera met een snuf wijsheid uit grootmoeders tijd. De mystiek van het moment en het leven als optelsom van die momenten, is niet met een mastercard te koop. Het wezen van fotografie is ongrijpbaar zoals verhalen, sculpturen, films en literatuur dat ook zijn, waarbij er toch iets van die inspiratie gestold is in de tijd. Je moet durven vertrouwen op je intuïtie en werken met hart en brein in een synchroon proces. De mogelijkheden en beperkingen die het fysiek werken op negatieven met zich meebrengen, kunnen fotografen het gevoel geven dat zij met hun creativiteit aangesloten zijn op de kosmos.
Hun hart brengt als het ware de satelliet verbinding met het hogere voort.
Het filmpje bevat de eindigheid die het aardse leven tevens meebrengt.

Het is een open confrontatie met die werkelijkheid, die niet vermeden maar omarmd wordt. Dat is de kunst van het medium, die de ware boodschap dragen wil. Die verbinding kan ook digitaal volbracht worden, maar technische camerasnufjes en -updates kunnen de ‘boodschap’ van licht, hoop en verbinding (met mensen, natuur of je onderwerp) in de realiteit van eindigheid niet verzachten of vervangen. De analoge foto schijnt een lichtje, dwars door dat duister heen. De donkere kamer is daarbij een tempel voor bezinning en contemplatie.
Geen computer of processor kan tegen die creatieve ontwikkelprocessen op. Het gaat juist om het loslaten van die illusie van controle. En het toelaten van zaken als toeval en speling van het lot.

Het momentum

Fotografie kan een open bewustzijn bevorderen middels een geestelijke of emotionele connectie in het hier en nu. De continu digitale beeldenstroom die de consument vanuit het nieuws treft is up to date en toont gebeurtenissen, maar geeft in zichzelf minder betekenis of kijkt passiever weg – ondergesneeuwd door een veelheid aan informatie. Ooggetuigenverklaringen van cameramensen (achter de schermen) verdienen wat mij betreft waardering. Ook als daar een ‘subjectief verhaal’ bij komt kijken waarbij gevolgen niet worden vermeden.
Het gebrek aan emotionele daadkracht is een veilig automatisme. Maar om waarden als vrijheid en liefde te koesteren en beschermen, dien je verantwoordelijkheden te dragen en afgestemde acties te organiseren. Het is arrogant om te stellen dat vrijheid uit het niets komt aangewaaid.

In een tijd waarbij we vertrouwen moeten stellen in snelle duurzame veranderingen in de markt, met hernieuwbare energiebronnen i.p.v. gas en elektrische auto’s boven benzine, is het nodig om een klankbord te hebben en onszelf in de spiegel te kijken. Hebben wij de fotograaf met een unieke visie weg bezuinigd en vervangen voor een winstgericht mechanisme dat een vluchtige beeldenstroom produceert, die de geest van de tijd echter niet zo puur of verstild vatten kan? Terwijl we juist de verse verhalen nodig hebben van fotografen die na een shoot bij een oorlog, voedselbos, beurs of irrigatiesysteem met een betrokken redacteur sparren of bezinnen?

Dit is geen pleidooi voor analoge camera’s maar wel voor procesgerichte fotografie. Waarbij de fotograaf vrij kan kiezen met welke camera er gewerkt wordt.
Fotolaboratoria zijn schaarser geworden en de prijs van analoge films die nog verhandeld worden, is gestegen. De waarde van een meer tijdloze visie groeit echter mee. Ook als deze visie soms lastig of onaangepast is. En protesteert tegen oorlogen op zwart-wit korrelfilm, waarbij iedere rimpel, wolk, zonnestraal of scheur in het beton van pijpleidingen levensecht is. Of wanneer deze visie overgaat in prikkelende kunst, waarbij publiek zelf aan het denken wordt gezet.

Wil de mediamaatschappij – onder invloed van de reclame industrie – niet alleen het beeld van de alledaagse realiteit, maar ook de blik van de fotograaf kneden? Met een medium waarbij maakbaarheid boven vergankelijkheid staat? En sexy Instagram influencers meer waardering krijgen dan mensen die anderen in minder perfecte omstandigheden steunen om een aangenaam leven te leiden, met een dak boven het hoofd, autonome keuzes, schoon drinkwater of creatief onderwijs?

Fotografie gaat voor mij juist over het onmogelijke mogelijk maken; de dimensionale werkelijkheid vastleggen op een frame van 6 bij 7 cm. Uit dat plezier put ik oneindig veel creativiteit; bron van de schepping van de werkelijkheid.
Dat is de alchemie van analoge fotografie. Die fotografie is adembenemend mooi en soms pijnlijk tegelijk. Je moet dwars door ontknopingen in ruimte en tijd stappen om een momentum vanuit je hart gewaar te worden, terwijl de gebeurtenis voorbij gaat. En je het openbarende moment misschien mist als je teveel vanuit logica werkt en je filmpje al op is. Ook daar is een oplossing voor: loslaten.
Het schuldgevoel dat een gemiste of mislukte foto opleveren kan, hoef je als fotograaf niet vast te houden. Het sublieme verschijnt juist graag aan de open zielen, die niet gebukt gaan onder dwingend perfectionisme.

De analoge fotograaf is een maatschappelijk betrokken kunstenaar die de kloof der generaties overstijgt en mag gluren naar de werkelijkheid, door de bril van eeuwigheid. De analoge amateurfotograaf geeft ook kostbare schatten door; spontane vakantiefoto’s, abstracte landschappen en ongedwongen foto’s van politieke kwesties en protesten. Daarbij beschermt deze consument de productie van betaalbare films of reparatie van onderdelen en goederen.

Goddelijke mist

Is er leven na de dood, die fotografen onbewust aansturen kan, om iets van het wonderlijke universele mysterie vast te grijpen of een onbekende orde te bewijzen?
Ja, ik geloof in de wedergeboorte van de analoge fotograaf. En wacht niet tot er meer vrijheid en bewustwording ontstaat. Maar creëer die mede zelf, dwars door illusies en blinde vlekken heen. Liefde is een duurzame kracht.
Deze overgave raakt je van binnen – je muur brokkelt af – en ik ben bereid te veranderen door intieme gewaarwordingen. Gewapend met het romantische verlangen naar eenheid, kan ik de dood t.z.t. dapper tegemoet. Ik accepteer de opvallende sociale wrijving die deze visie meebrengt. Omdat ik geconditioneerde oordelen ondergeschikt aan de heilige verbinding met mijn onderwerp acht. Een fotograaf van God ben en niet van de markt. Een goddelijke energie die ik, voor zover mensen bezielde vermogens gegeven zijn, vanuit een vrij vuur om mij heen weerspiegeld zie. Tegelijk gaat mijn waarneming of projectie van de realiteit in rook op. Want energie is niet tastbaar en verandert continu. Maar we verdwijnen samen in die mist.

Ik geef mijn waarheid over aan een grotere macht en train mijn perceptie om met zo’n kosmische stroom mee te bewegen en de controle over mijn gelijk los te laten. En vanuit een dieper weten, begrip op te brengen voor een collectieve onwetendheid: open poort naar groei.

Mijn foto’s getuigen ervan, dat we niet losgekoppeld functioneren. Dat ieder van ons over zo’n vuurtje beschikt: een vibratie om je leven aangesloten op een vol energieveld mee te beeldhouwen. Die ultieme verbinding is mijn analoge belofte. Ik weet niet waar de weg toe leiden zal, maar de reis vult mij met onbevangen creativiteit.

Circulation, fotonegatief bewerkt met inkt, Amsterdam Diemer Vijfhoek, 2018


Perceptie van een collectief bewustzijn

Wanneer ik de blik van een angstig of opgejaagd beest in iemand’s ogen zie, voel ik dat deel van mijzelf even oplaaien. Een deel dat compassie en ruimte verlangt. Vermeende neutraliteit is in mijn ogen een keuze om het idee van afgescheidenheid vol te houden, omdat we onze bron van kracht – licht in het duister – niet verdragen kunnen. Want dat brengt een geestelijk bewustzijn teweeg dat verder gaat dan het idee dat we welvaart en macht bezitten. Wij zijn onze perceptie daarvan. Onze perceptie bestuurt ons; onze camera’s, kunstenaars en marktmechanismen die mensen uiteen drijven of nader brengen. De camera is ‘slechts’ een heilig middel om een collectieve verblindheid tijdelijk op te heffen. Het biedt troost in tijden van kantelende veranderingen die verwarrend kunnen zijn. Daarom is het belangrijk om een oprechte fotograaf te zijn. En indien je zou moeten kiezen, liever oprecht en zonder camera, dan een fotograaf zonder visie.
Een fotograaf die vandaag de dag zijn/haar kop in het zand steekt, staat niet open in de werkelijkheid en is zodoende niet in staat een glimp van de eeuwigheid (op aarde) te weerspiegelen. Die verschuilt zich achter de camera in plaats van dat het ermee openbaart of dient. Daar is moed voor nodig. Exact een soort moed waarover je dient te beschikken om op film te fotograferen en het idee van perfectie los te laten. Voorbij die illusie van maakbaarheid ontvouwt het hart van de fotograaf als een tere bloem, naar het licht. Vertrap deze moedige bloemen niet maar geniet ervan, al zijn deze ook vergankelijk… lieve mensen, en lieve markt.
Wij mensen zijn totaal natuurlijk in onze groei, seizoenen en cycli. Ieder rolletje heeft een begin en eind. Ieder oeuvre bevat zo’n doorlopende cyclus van einde en begin. Door de ruimte te bieden om zo’n werkcyclus op te bouwen – incl. ‘fouten’ te maken – laat je een fotograaf in zijn/haar waarde i.p.v. dat de samenleving deze rol bezit of idealiseert.
Accepteer wonderen, al moeten we hiervoor door een collectief ongemak heen. Om onszelf waarachtig te zien en helder presenteren en geen veilige schijnvertoning af te dwingen. Liever dat, dan innerlijke schoonheid te verpletteren i.p.v. te laten ontvouwen.
Dan kan de [iedere] fotograaf werken vanuit een analoge blik. Met een wens om jezelf aan je onderwerp over te geven en nader te ontdekken. Zo kan een groeiend oeuvre een monument van overwonnen uitdagingen en verrijkende kansen vormen.

Het analoge mysterie

Ik onderwerp mij letterlijk aan het omdraaien van het leven: het omzetten van kleuren van negatief naar positief en andersom. Om de roze gloed en de lichte energie die ik in de natuur kan ervaren, uit te drukken. Om een wereld te verbeelden die onder de grond, in de bruine aarde, begint. Via verbeelding kan ik dimensies bereiken die logica overstijgt.
Om kabels en rioleringspijpleidingen om te zetten in een netwerk waar gewijde of onvervuilde energie doorheen stromen kan. Ook wanneer deze beperkt wordt door een drukke infrastructuur of imperfecte omstandigheden, of uit de modder sluipt, neergeslagen wordt door regen, en later weer opstijgen kan. En een onderbewuste kracht te benutten, die nieuwe werelden mogelijk maakt.


Love, always,

Mathilde Jansen

Deventer
3 maart 2022



Beeld:
Boven: The Portal (Entered), fotonegatief bewerkt met inkt, Amsterdam Strandeiland 2020/2022

The Portal (Entrance), fotonegatief bewerkt met inkt, Amsterdam Strandeiland 2020/2022

Comments are closed.